Verdieping

Video gemaakt door RTV Baarn


 

Opening tentoonstelling Sim Visser
Kasteel Groeneveld, 7 oktober 2018
Door Jos Bazelmans

Lieve Sim, lieve Deborah, lieve familie en vrienden.

Sim!

Bedankt dat je mij hebt uitgenodigd om jouw mooie en veelzijdige expositie te openen. In mijn openingswoord zal ik weinig woorden wijden aan wat je schildert maar wil ik speciale aandacht besteden aan hoe jij schildert. Je beschrijft je werkwijze heel kort maar indringend in je uitnodiging. Voordat ik aan die bespreking toekom moet ik een betrekkelijk lange aanloop nemen waarin ik aansluiting zoek bij mijn academische opleiding – de antropologie – én mijn liefde voor de film. Op voorhand mijn excuses voor deze omweg.

Mag ik u vragen? Wie heeft de nieuwe film Children Act gezien?

De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Britse auteur Ian McEwan. Het boek is vertaald in het Nederlands en gepubliceerd onder de titel De kinderwet. Voor de mensen die de film niet hebben gezien of het boek gelezen, geef ik een samenvatting.

De film gaat over een zeer succesvolle en – niet onbelangrijk – kinderloze, Engelse rechter Fiona Maye. Maye wordt of fenomenale wijze gespeeld door een van mijn favoriete actrices: Emma Thompson. Terwijl haar huwelijk in een crisis verkeert, wordt ze geacht een beslissing te nemen in een zaak van leven en dood. Wat is namelijk het geval? In een ziekenhuis is een jongen van 17 jaar opgenomen die lijdt aan een acute en levensbedreigende vorm van leukemie. Hij is gebaat bij de toediening van een cocktail van medicijnen maar deze is alleen effectief in combinatie met een bloedtransfusie. Voor het ziekenhuis en de behandeld arts betreft het een volstrekt vanzelfsprekende én levensreddende behandeling. Het probleem is echter dat de jongen en zijn ouders Jehova’s Getuigen zijn en zij wijzen bloedtransfusie principieel af. Bloed is Gods unieke en persoonlijke geschenk van leven; het mag niet vermengd raken met dat van anderen want dat brengt vervuiling en besmetting met zich mee. Instemming met een transfusie betekent de verwijdering van kind en ouders uit de gemeenschap van geloofsgenoten.

De rechter wordt door het ziekenhuis gevraagd in te grijpen en zij heeft hiertoe bevoegdheid op basis van De Kinderwet van 1989: wetgeving die het de Britse overheid in staat stelt in te grijpen in het ouderlijk gezag als sprake is van een grote bedreiging van het leven en welzijn van een minderjarig kind. Thompson hoort in de rechtszaal beide partijen maar in afwijking van het protocol brengt ze een bezoek aan de patiënt zelf.

En voor degenen die de film nog willen zien: nu volgt de spoiler…

Dus – tot een teken van mijn kant – oren dicht als u niet wil weten hoe de film afloopt…

Het gesprek tijdens het bezoek van de rechter aan de jonge patiënt lijkt op het eerste gezicht een bevestiging te geven van het verzet van de jongen tegen bloedtransfusie. Juist voor het vertrek van de rechter is echter sprake van een magisch muzikaal moment waardoor bij de jongen de wens om te blijven leven ontluikt. Hij is er uiteindelijk dan ook blij mee dat de rechter besluit ten gunste van de wens van het ziekenhuis. De jongen blijft leven en herstelt volledig.

Film én boek stoppen hier echter niet. De jongen koestert op basis van het bezoek en de uitspraak van de rechter het idee dat zij meer voor hem kan betekenen. Hij verwacht van haar dat zij hem ook daadwerkelijk helpt bij de beantwoording van de vraag wat het leven zo waardevol kan maken. Zijn dogmatische en religieuze ouders kunnen hem daar niet bij helpen. Hij probeert daarom verschillende keren met haar in contact te komen. Vergeefs. Zij is namelijk van mening dat contact professioneel gezien niet gepast is. Ze wijst hem bij iedere toenadering af. Eén keer laat ze echter met een innige kus onverwacht haar genegenheid zien maar ook die keer stuurt ze hem weg. Voor het laatst want even later blijkt dat de ziekte is teruggekeerd. In paniek bezoekt ze het ziekenhuis maar deze keer is hij onvermurwbaar en kiest hij tegen een transfusie en voor de dood… Zij is ontroostbaar.

#teken# Zie ik nog mensen met vingers in hun oren?

Waarom vertel ik u zo uitvoerig over De Kinderwet? Toen ik de film zag, moest ik onmiddellijk denken aan Sims uitnodiging en aan een gesprek dat ik enkele dagen ervoor had met Sim. Ik zal u proberen uit te leggen waarom.

Zoals u kunt lezen in de uitnodiging voor van vandaag, ziet Sim het schilderen als een vorm van ‘toe-eigening’. Ik citeer Sim: “Ik wil mijn onderwerp doorgronden en uiteindelijk veroveren”. Einde citaat. Sim wil de Ander, of het onderwerp, ‘ontrafelen’ of ‘te pakken krijgen’. Iedereen die Sim kent, weet dat we deze krijgshaftige termen niet al te letterlijk moeten nemen. Juist in het licht van zijn zachtaardige karakter, ben ik juist verrast door zijn gebruik ervan! Ik kan ze ook moeilijk rijmen met de indruk die zijn werk bij me achterlaat. ‘Strijd’ is wel het laatste wat bij Sim in stijl, uitvoering en onderwerpkeuze zichtbaar is. Het is logisch om Sim zelf te vragen waarom hij deze begrippen gebruikt; ik kom daar nog op terug. Maar er is ook een meer beschouwende, minder persoonlijke benadering mogelijk.

Ik denk namelijk dat in zijn metafoor van de ‘verovering’ zichtbaar wordt wat één van de kernvragen van de filosofie is en tegelijkertijd zowel de bestaansvoorwaarde als het centrale probleem van de moderne kunst: het verschil tussen subject en object. Dat wil zeggen het verschil tussen beschouwer enerzijds en onderwerp anderzijds of het verschil tussen de schilder en hetgeen hij of zij verbeeldt. Dit voor ons volstrekt vanzelfsprekende verschil is in zijn uiterste consequentie doorgevoerd in het zelfportret, het genre bij uitstek van de moderne kunst, daar waar de schilder zelf object van studie en verbeelding wordt.

Ik ga hier geen uitvoerige beschouwing geven over de oorsprong en betekenis van het verschil tussen subject en object. Een aantal kanttekeningen moet hier volstaan. Zo is het goed te beseffen dat het verschil tussen subject en object niet alleen een belangrijke rol speelt in de kunst. Het verschil is ook essentieel voor ons economisch handelen en de beoefening van wetenschap. De moderne markt is namelijk niet voorstelbaar zonder de idee dat een individu – het subject – de eigenaar kan zijn van een zaak, een object, en via verkoop definitief afstand kan doen van die zaak. En het verschil tussen onderzoeker en onderzoeksobject stelt ons in staat alles op te meten, op te delen, te combineren, te manipuleren, te beheersen en te benutten. In het vakgebied waarin ik ben gevormd, dat van de culturele antropologie, geldt de vraag of samenlevingen een onderscheid maken tussen subject en object als de basis voor een indeling in pre- of niet-moderne samenlevingen enerzijds en moderne samenlevingen anderzijds. In niet-moderne samenleving vallen subject en object samen en in moderne niet. Om een voorbeeld uit het economische domein te geven: in onze samenleving is iemand – het subject – de eigenaar van een stuk bouwland – het object – en hij of zij kan via verkoop definitief afstand doen van dat bouwland. In sommige samenlevingen in Papua Nieuw Guinea is dat echter principieel anders. Hier leeft men naar de zegswijze dat “het voorouderlijke land de mensen bezit”, dat wil zeggen: de levenden zijn de tijdelijke gebruikers van het land waarop de voorouders zijn begraven en waarop de levenden uiteindelijk ook hun laatste rustplaats zullen vinden. Koop of verkoop is een onmogelijkheid. Overigens is het niet zo dat het moderne perspectief op het subject en object het aloude perspectief in een verwezenlijking van het denken van de Verlichting volledig heeft vervangen. In onze samenleving komen ze naast elkaar voor. Een klein voorbeeld dat doet denken aan hetgeen ik over Papua Nieuw Guinea vertelde: tot op de dag van vandaag zijn er adellijke families die zich zien als de tijdelijke beheerders van het voorouderlijke landgoed en landhuis. Feitelijk hanteert elke erfgoedgemeenschap een niet-modern perspectief: de identiteit van de groep valt samen met de voorouderlijke en onvervreemdbare kostbaarheden die van generatie op generatie vererfd dienen te worden. Deze niet-moderne ‘rationaliteit’ vormt de grondslag voor mijn werk bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Ook de film Children Act laat zien dat beide perspectieven naast elkaar kunnen voorkomen: hier in een scherpe tegenstelling. Aan de ene kant het moderne medische perspectief waarin het natuurlijke lichaam centraal staat. De sociale persoon is irrelevant. Dit lichaam wordt gezien als een samenhangend natuurlijk systeem waarop op basis van natuurwetenschappelijke kennis in technische zin ingegrepen kan worden. Een falend immuunsysteem kan hersteld worden met de toediening van het bloed van een andere persoon. In het niet-moderne perspectief van de Jehova’s getuigen is dat juist een onmogelijkheid want het natuurlijk lichaam en de sociale persoon – subject en object – vallen hier samen: als de schepping Gods is het één en ondeelbaar. De rechter in Children Act is zich in haar uitspraak bewust van genoemd contrast in perspectief. Zij zegt namelijk, en dit is volgens mij de sleutelzin van roman en boek (ik citeer): “Naar mijn oordeel is zijn leven kostbaarder dan zijn waardigheid” (einde citaat). Mens-zijn in een eschatologische, religieuze betekenis legt het af tegen een werelds-humanistische waardering van leven.

Uit de toelichting van de rechter blijkt overigens dat ze ‘leven’ niet als doel op zich bedoeld maar in de betekenis van de vormgeving van ‘wel-zijn’: het in liefde ontdekken wat je mogelijkheden zijn in een wereld die oneindig veel te bieden heeft. Het is aan dit potentiële welzijn waar de jongen in het korte maar magische contact met Emma Thompson tijdens haar bezoek aan het ziekenhuis ruikt. En hij wil dan ook boter bij de vis. Hij heeft namelijk geen flauw benul door zijn beschermde en dogmatische opvoeding hoe hij dat leven vorm moet geven, terwijl hij wel weet dat zijn ouders hem niet kunnen of willen helpen. Rechter Maye weigert hem eerst echter te helpen, het is immers niet met haar professionele ethiek in overeenstemming te brengen, later, als ze wel degelijk sympathie voor hem krijgt, verzaakt ze. Haar vertrouwen in wet, regels en rede en haar succes hebben haar een vreemde voor haarzelf gemaakt en staan haar in de weg lief te hebben.

Waar brengt ons dit? Het is evident dat het moderne onderscheid tussen subject en object, als grondslag voor economie en wetenschap, ons in termen van welvaart en welzijn veel heeft gebracht. Tegelijkertijd zijn er in heden en verleden vele voorbeelden te vinden waar de voorstelling van zaken uit onze leefomgeving als een ‘ding’ ons aan of over de randen heeft gebracht van wat moreel acceptabel is. Om maar een voorbeeld te noemen: het stelt ons in staat om op industriële wijze bijvoorbeeld enorme hoeveelheden dieren te doden: in Nederland iedere dag een half miljoen, zo begrijp ik uit een radiospotje van Lekker Dier voor Dierendag. In veel gevallen wordt de verhouding tussen subject en object dan ook voorgesteld in meer of minder gewelddadige termen. We horen het zelfs als warempel Sim over zijn eigen schilderen spreekt!

Hier is echter een nuancering op zijn plaats. Zijn manier van werken, zo schrijft Sim namelijk, ‘brengt geen schade toe’. Gelukkig! Het is vooral een strijd met zichzelf. En heel opmerkelijk in het licht van het bovenstaande: het grootste geluksgevoel valt hem ten deel als de ander of het ander deel van hemzelf wordt! Met andere woorden: schilderen is voor Sim en in mijn woorden de overbrugging van subject en object! In dat verband is het van betekenis dat hij het veelvuldig tekenen en schilderen ziet als het onderhoud van zijn handschrift: de getekende werkelijkheid is dus al voor een groot deel een in Sim belichaamde werkelijkheid. In zijn ambachtelijke kunstzinnige vaardigheid is voor Sim al geen sprake meert van een verschil tussen subject en object. Het is niet aan mij om te verklaren waarom Sim iedere keer weer die afstand ten opzichte van zijn object ervaart. Wat mij persoonlijk echter opvalt is dat ik als beschouwer eigenlijk het tegendeel ervaar. Ik kan in zijn onderwerpkeuze – zeker in zijn nieuwe reeks naakte tweetallen, manier van werken en resultaat eigenlijk alleen maar zien dat Sim de mens en de wereld op voorhand lief heeft. Dat lijkt me de wijze waarop we in een seculiere, onttoverde en verdinglijkte wereld en met het oog op een duurzame toekomst de verbinding moeten zoeken met onszelf, de ander, dieren en het milieu. Dat was wat Emma Thompson in haar rol van rechter Fiona Maye zich te laat besefte.

Ik dank u voor uw aandacht!

Jos Bazelmans